Het walhalla wat betreft fietsen in de Alpen bevindt zich voor de bergfietser in de vallei van Bourg d’Oisans. Dat heeft alles te maken met het enorme aanbod aan bekende wielerbeklimmingen in de directe nabijheid van bekende (wintersport)dorpen.
Een overzicht van bergtoppen in de omgeving
Alpe d’Huez is een relatief korte maar lastige klim. De eerste paar kilometer zijn het steilst en daardoor meteen bepalend voor de rest van je klim: fiets je jezelf hier over de kop, heb je nog zware kilometers tot aan de top voor de boeg. De top van de Alpe d’Huez heeft een hoogte van 1860 meter. Vanaf het dorpje Bourg d’Oisans leg je 1061 hoogtemeters af. Het gemiddelde stijgingspercentage is 7,9% met in het begin het steilste stuk van 11%. De klim bestaat uit 21 haarspeldbochten.
53% makkelijker dan de Alpe d’Huez.
De echte Les Deux Alpes klim (zoals hier aangegeven) begint bij Lac Chambon, waar je afslaat van de klim naar de Lautaret . Deze klim is al steil, maar de klim naar Les Deux Alpes is nog steiler. Over een goede weg rijd je via enkele haarspeld bochten omhoog. Het uitzicht op het Chambon meer is erg mooi in het eerste deel van de klim. De echte werk, alhoewel het was al flink steil. Begint na Mont de Lans, vanaf hier heb je zelfs een kilometer van rond de 13 %. Bikkelen dus. En tot aan de top blijft het doorwerken.In tegenstelling tot de Alpe d’Huez kun je deze berg alleen afdalen via de weg hoe je gekomen bent. Een lekkere en niet al te moeilijke afdaling. Al met al een heerlijke klim waar je een stuk rustiger fietst dan op de Alpe d’Huez met al die duizenden wielrenners.
40% makkelijker dan de Alpe d’Huez.
De klim naar Auris en Oisans is een stuk minder beroemd dan de naast gelegen beklimmingen zoals de Alpe d’Huez en de Galibier. Dat maakt dat je hier rustig kunt fietsen. Je fietst in een mooie berglandschap. Je hebt een geweldig uitzicht op het dal richting Les Deux Alpes en iets hoger ook richting de gletsjers van la Grave en de Meije. Het uitzicht is op deze col mooier dan op de beroemde Alpe d’Huez. Verder is het hier heel veel rustiger dat maakt dat het klimmen aangenamer is. Verkijk je trouwens niet op het hoogteprofiel want je moet aan het begin van deze klim zien te komen, en dat is of via Bourg d’Oisans (eerste deel van de klim van de Lautaret) of je moet afslaan als je afdaalt vanaf de Lautaret, Sarenne of Les Deux Alpes. Je komt hier niet zomaar, maar je krijgt er wel een geweldige klim voor terug!
14% makkelijker dan de Alpe d’Huez.
De Col du Chaussy is zeker niet de beroemdste klim uit de Maurienne vallei. Dat is heel erg jammer want dit is misschien wel een van de allermooiste beklimmingen uit dit dal. Iedereen die door de Maurienne vallei heen rijdt zal de haarspeldbochten naar het dorpje van Montvernier zien, wielrenners wel in ieder geval. 18 bochten die letterlijk uit de berg gehakt zijn. Deze zeer fotogenieke weg is tussen 1928 en 1934 gebouwd! Waarschijnlijk is dit de meest spectaculaire weg van de Savoie, en dat met niet eens zulke hele absurde stijgingspercentages.
De beklimming begint meteen goed, vanuit Pontamafrey rijd je meteen de haarspeldbochten van de ‘Les Lacets de Montvernier’ in. 18 bochten lang rijd je bocht na bocht omhoog. Eenmaal 400 meter hoger, in het dorpje Montvernier rijd je richting Montpascal door een mooi bos. Slechts enkele niet al te steile kilometers brengen je naar een plateau waar je een fantastisch uitzicht hebt!
Sinds 2012 is de afdaling richting Montaimont geasfalteerd en zo is het mogelijk om deze col in een ‘boucle’ te rijden, voor de sterkste wielrenners samen met de Madeleine, een hele mooie dag op die manier!
44% makkelijker dan de Alpe d’Huez.
La Bérarde is de ‘geheimtip’ voor iedereen die Bourg D’Oisans zit. geheimtip is natuurlijk een groot woord naast zo’n wielrendorp als Bourg D’Oisans.
35% makkelijker dan de Alpe d’Huez.
Deze klim is indrukwekkend zowel qua steilte als landschap. Je hebt hier een helm nodig niet alleen voor valgevaar maar ook voor eventueel vallende stenen van de rotswanden naast de weg. Deze indrukwekkende weg is niet al te lang maar wel zeer steil. Ideaal voor agressieve klimmers. In de afdaling is het opletten geblazen want een bocht missen is hier echt uit den boze…
Op deze klim is het lastig om een goed ritme te vinden omdat de steiltes nogal wisselen. Dit maakt de klim nog moeilijker dan dat deze al is qua pure steilheid. Een beklimming voor echte berggeiten!
51% makkelijker dan de Alpe d’Huez.
De beklimming van de Col d’Oz is 7.3 kilometer lang en overbrugt met een gemiddeld stijgingspercentage van 7.7% een hoogteverschil van 567 meter. De klim ligt in de sector Bourg d’Oisans in de Franse Alpen, Frankrijk. Met o.a. een steilste stuk van 12.1% scoort deze beklimming 596 klimpunten.
Spectaculaire Cols uit de Tour de France
Daarnaast vindt u in de directe omgeving van Chalet Carpe Diem de bekendste en meest spectaculaire beklimmingen uit de Tour de France, waaronder :
33% moeilijker dan de Alpe d’Huez.
Dit is een geweldige klim, de moeilijkheidsgraad loopt langzaamaan op dus vergooi je kruit niet te snel. De weg is niet al te goed maar prima te rijden met de racefiets. Een vrij onbekende col, maar pittiger (en mooier?) dan de naast gelegen Croix de Fer. Op deze col waan je je alleen in een geweldig berglandschap. Gelukkig bestaan ze nog dit soort onbekende bergcols!
Deze klim is op te delen in drie delen. Het eerste deel ‘vals plat’ van zo’n 4 % totaan het stuwmeer. Naast het stuwmeer heb je even rust. Hierna laat je de hordes wielrenners die richting de Croix de Fer gaan achter je en draai je weg richting Vaujauny. Hier is er nog ongeveer 10 kilometer voor 1000 hoogtemeters. De som is snel gemaakt… gemiddeld 10%
De afdaling is vanwege het matige wegdek niet eenvoudig. Voorzichtigheid is geboden. Maar de klim is het zeker waard om gedaan te worden!
25% makkelijker dan de Alpe d’Huez.
De Col de La Morte, ligt aan de Route Nationale die tussen Grenoble en Bourg D’Oisans loopt. Deze Nationale is alles behalve een fijne weg om te fietsen, erg druk en vooral Franse jongeren rijden hier keihard. Maar als je in Sechilienne afslaat, richting Alpe de Grand Serre, een skigebied, dan heb je de weg zo goed als voor jezelf en rijd je over een fantastisch asfalt omhoog naar een klein skigebiedje wat op de col zelf ligt. Meer dan de moeite waard.
De weg ligt tussen de bomen die voor schaduw zorgen, en met mooie haarspeldbochten slingert deze weg omhoog, nergens vlak maar ook nergens echt steil. Als je meer wilt klimmenn is het mogelijk om naar het Lac du Poursollet te rijden, een mooie en uitdagende klim. Het is ook mogelijk om aan deze col als ‘ronde’ te rijden en via de andere zijde terug te rijden over de Col de Malissol naar Vizille, een vrij lange en leuke tocht.
1% makkelijker dan de Alpe d’Huez.
De Col du Granon is bij bijna niemand bekend, toch heeft deze col een indrukwekkende wielerhistorie. Niemand minder dan Hinault raakte hier zijn laatst gedragen gele trui kwijt. Dit gegeven zegt waarschijnlijk genoeg over de zwaarte van deze col. Maar buiten deze wielerhistorie is dit misschien wel de mooiste col naast Briançon en dat wil wat zeggen want de concurrentie is zwaar. Wie van het echte lijden op de fiets houdt zit op deze steile col helemaal goed.
Vanuit Briançon heb je het qua steilte even rustig maar niet qua auto’s want je rijdt op de Route National naar Grenoble. Eenmaal bij Saint Chaffrey wordt het gelukkig een stuk rustiger. Een ruime (vals plat) kilometer door het dorpje brengt je aan het begin van de klim. Vanaf dat moment is het steil, extreem steil. Als je Villard Late inrijdt geloof je je ogen niet zo steil klapt de weg opeens omhoog. Je hebt het idee in de Ardennen te zitten. Maar hier gaat de klim tien kilometer door. Tien kilometer tussen de 9 en een ruime 11 procent. Krachtige wielrenners met een lange adem hebben hier de dag van hun leven, voor alle andere wordt het afzien.
Je zou denken dat deze weg geleidelijk omhoog loopt, maar niets is minder waar. De Granon is een geasfalteerd karrespoor. Dus steile muren wisselen af met nog steeds steile tussen stukken. Rust krijg je nooit in deze hele klim. De weg die naar boven loopt is briljant goed, deze weg is de hele winter gesloten en gaat pas open als de sneeuw uit zichzelf gesmolten is (rond begin juni) hierdoor heeft deze col niet te lijden van de grote temperatuur verschillen in de winter. Het feit dat grote sneeuwschuivers de weg niet aan gort rijden helpt ook zeker mee.
22% makkelijker dan de Alpe d’Huez.
De beklimming van de Col du Glandon is 25.6 kilometer lang en overbrugt met een gemiddeld stijgingspercentage van 4.6% een hoogteverschil van 1189 meter. De klim ligt in de sector Bourg d’Oisans in de Franse Alpen, Frankrijk. Met o.a. een steilste stuk van 8.9% scoort deze beklimming 950 klimpunten.
61% moeilijker dan de Alpe d’Huez.
Zoals veel cols is de Galibier van twee kanten te beklimmen. Maar eigenlijk is er maar één echte Galibier en dat is de zijde vanuit de Maurienne vallei, dan pak je ook de Telegraphe erbij. Een col die eigenlijk geen col zou mogen heten, want het is in onze ogen gewoon een onderdeel van de Galibier. De Galibier ligt op de scheidslijn van de noordelijke Savoie en de Zuidelijke Hautes Alpes in Frankrijk. Dat is ook duidelijk te zien. Aan de Valloire zijde in de Savoie is er veel groen, groeien dennenbomen en is het vaak koel en nat. Aan de andere kant is het warmer, het gras vaak dor en zijn het lariksen die de bossen vullen. Het uitzicht vanaf de col richting de Oisans is oogverblindend mooi. Maar ook richting de Savoie is het uitzicht om nooit te vergeten met de reusachtige Mont Blanc op de achtergrond.
Veel wielrenners zien Valloire als startpunt voor de klim richting de hoge Galibier. Maar echte wielrenners pakken de col natuurlijk vanuit het dal. Al meteen is het dan duidelijk dat het menens is. Het is meteen steil. Het blijft steil de hele klim lang. Je hebt slechts even adempauze na die zogenaamde Telegraphe. Na het dorpje van Valloire wordt het wel zwaarder. Vooral mentaal. Want je hebt het idee dat de weg nog gewoon vlak is maar dat je trappers niet meer rond willen draaien. Je draait over een bruggetje het vaak groene dal in. Vanaf daar ziet het er allemaal heel logisch uit. Het ziet er niet steil uit tot die dodelijk steile bochten om op de col te komen. Maar waarom lukt het dan niet om een lekker tempo te rijden? Simpel, omdat het al flink steil is.
De Galibier is een col die je echt helemaal leeg trekt. Je kunt je nergens achter verschuilen. Gemiddeld haalt deze klim een steilte van 7 % en dat over bijna 18 kilometer (slechts vanaf Valloire). Het is verstandig om je krachten goed te gebruiken, want zwaar wordt het, daar kun je zeker van zijn. Heel zwaar.
Waar het in Valloire vaak zeer heet is, daar pak je hoger op de col de koude wind vanuit de Savoie. Een extra jack kan hier zelfs in de zomer geen kwaad. Zorg er ook voor dat je je bidons in Valloire bijvult want als je eenmaal uit dit dorpje bent vertrokken kom je slechts een enkele boerderij en wat schaapskuddes tegen. Met uitzondering van de rivier heb je geen mogelijkheden om je bidon bij te vullen.
De laatste kilometers naar de col zijn werkelijk loodzwaar. Je zult de hoogte en de steilte goed voelen, het kale maanlandschap maakt de boel er niet vrolijker op. Er zit in die laatste kilometers weinig anders op dan door te buffelen. Als je eenmaal boven bent, heb je het toch maar weer mooi gedaan. De Galibier zit in de zak.
11% makkelijker dan de Alpe d’Huez.
De beklimming van de Col de la Croix-de-Fer is 28 kilometer lang en overbrugt met een gemiddeld stijgingspercentage van 4.8% een hoogteverschil van 1337 meter. De klim ligt in de sector Bourg d’Oisans in de Franse Alpen, Frankrijk. Met o.a. een steilste stuk van 9.3% scoort deze beklimming 1083 klimpunten.
18% makkelijker dan de Alpe d’Huez.
Hoe zet je een klim in een keer op de kaart? Een klim die eigenlijk nielmand buiten wielrenners kent? Nou, je doet deze klim met een slecht wegdek in de Tour De France op de dag dat de beroemde Alpe d’Huez twee keer wordt gereden. Omdat deze Alpe d’Huez twee keer wordt gereden moet je ergens naar beneden en dat kan via de Col de Sarenne, bekend bij locals en fietsfanaten die rustige wegen zoeken rond Bourg d’Oisans, maar verder totaal onbekend. Laat dan ook een paar profs zich uitspreken dat deze col gelijkstaat aan zelfmoord en de col staat op de kaart.
De Col de Sarenne staat bekend om het mooie klimmen, de onaangetaste natuur en het slechte wegdek, vooral tijdens de afdaling. Aan dit wegdek zou in 2013 wat gedaan worden voordat de tour langs kwam, maar lokale natuurbewegingen staken daar een stokje voor, alleen de allerslechtste delen van de weg werden verbeterd. Sowieso waren de natuurbewegingen ‘not pleased’ bij het feit dat de tour over de Col de Sarenne heen gaat, handtekeningen acties werden gehouden en er werd zelfs gedreigd met het blokkeren van de weg voor de Tour de France. Dit geeft wel aan hoe mooi de natuur rondom deze Col de Sarenne is, bijzonder eigenlijk want deze col ligt letterlijk op steenworp afstand van het grote skigebied van Alpe d’Huez.
Maar tot zover over de Tour, want als de karavaan is weggetrokken blijft er mooie smalle en leuke weg over. Heerlijk klimmen ver weg van het gedruis op de Alpe d’Huez. De klim begint bij een duidelijke en steile afslag naast een absurd verroest gebouw, net boven een grote waterval. Boven het Lac du Chambon gaat de weg meteen steil omhoog. Al genietend van het uitzicht op het meer rijd je omhoog. Sinds 2010 is dit meer trouwens niet meer vol geweest omdat er ernstige mankementen aan de dam waren geconstateerd en het laat zich raden wat er zou gebeuren als deze dam breken, dan zouden waarschijnlijk zelfs de inwoners van Grenoble natte voeten krijgen, en Bourg d’Oisans zou gewoon wegspoelen. In 2012 is men begonnen met het opknappen van deze dam.
Na de eerste meters, tot aan het dorpje Mizoen, is het steil, daarna loopt het terug, om even het zuur uit je benen te trappen. Maar vanaf kilometer 3 is het weer goed raak. Steiler en steiler wordt het. Zonder echt bochtenwerk is het doorhalen naar boven, over een smalle maar mooie weg. Pas bij La Perron krijg je wat echte bochten waar je naar toe kunt werken. Vanaf daar rij je ook het echte hooggebergte in. Kijk niet raar op als je marmotten, gemzen of steenbokken ziet, en die grote vogel boven je? Dat zou zomaar een arend kunnen zijn. Hoe groot is het verschil niet als je daarna richting Alpe d’Huez afdaalt en weer in ‘moderne’ wereld terechtkomt met de skiliften, de hoogbouw en de vele auto’s.
19% makkelijker dan de Alpe d’Huez.
De beklimming van de Col du Lautaret is 32.3 kilometer lang en overbrugt met een gemiddeld stijgingspercentage van 4% een hoogteverschil van 1297 meter. De klim ligt in de sector Bourg d’Oisans in de Franse Alpen, Frankrijk. Met o.a. een steilste stuk van 6.9% scoort deze beklimming 986 klimpunten.
Jan Verhagen, eigenaar van Chalet “Carpe Diem”, is zelf een fervent fietser. Hij kent de beklimmingen van vrijwel alle cols in de Franse, Zwitserse en Italiaanse Alpen op zijn duimpje. Hij helpt u graag op weg als u gedetailleerde informatie wenst.
Wandelen en toeren
Voor de wandelaars onder u bieden de bergen rondom Bourg d’Oisans een ongekend aantal kraakheldere bergmeren en kletterende watervallen. U hoeft niet vreemd op te kijken als u onderweg marmotten of berggeiten tegenkomt.
Interessante steden als Briancon ( 70 km.) en Grenoble (50 km.) liggen op ca. 1 uur autorijden afstand.
Wandelingen in Oisans
Ontdek de ongewone landschappen met prestigieuze toppen (La Meije 3983m, La Barre des Ecrins 4102m), grote plateaus, groene valleien, talrijke gletsjers, meren en andere watervallen … Gelegen in het hart van het Oisans gebied, het “Parc National des Ecrins” biedt ook een extreem gevarieerde fauna en flora.
Berghutten in Oisans
Eenvoudige woon plaats, de berghut is een hoogte woning met meer moeilijkheden dan in de vallei, zodat de berghut niet hetzelvde comfort aanbiedt. De bewaker “organiseert” het leven van het huisvesting: verdeling van klompen, couchettes, maaltijden, ontbijt, wekker … Om veiligheidsredenen en voor hun organisatie, informeert u hem over uw wandel of race doel van de volgende dag.